Tekst nalezen? Houd rekening met het onderbewustzijn

08-09-2020

Taal is iets dat we ons hele leven lang gebruiken. We kunnen er dan ook veel mee aanvangen. Lees het woord hamburger en daar verschijnt zo'n krokant broodje met een sappig stuk vlees, recht voor je ogen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat woorden veel met ons doen. Vertrouwde woorden als "mama", daar zijn onze hersenen gek van. En niets zo leuk als het lezen van onze eigen naam. Maar er zijn ook woorden die we gewoon, heel onbewust, niet moeten. Bekijk daarom even je tekst, neem er je pen bij en begin met schrappen en vervangen.

Schrap prikkeldraadwoorden

Er zijn woorden die zo'n negatieve connotatie hebben dat de lezer vrijwel meteen afhaakt. "Moeten" is daar een goed voorbeeld van. Diep vanbinnen denken ze: "Jezus zeg, ik lees een tekst. Wat heb ik hier nu te moeten?" Vaak kan je dat woord gewoon door "kunnen" vervangen. Niks mis mee, maar let er wel op dat je tekst niet te passief wordt. En gebruik het niet om anderen te instrueren want kunnen is kunnen en niet moeten.

"Jammer genoeg", "onmogelijk", "fout" en "vergissing" zijn eveneens woorden die al snel de prik uit een tekst halen. Verkoop je producten? Let dan vooral op met de pejoratief "kost". Natuurlijk kost die radio 100 euro, maar dat zeg je niet. Je haalt hem al "voor" 100 euro in huis. Dat vinden onze hersenen leuker. Of vervang het gewoon even door een woord waar we onbewust lekker warm van worden: nu met 20 euro "korting" en dus "krijg" je 'm al voor 100 euro.

Let wel op want prikkeldraadwoorden wijzigen voortdurend. Dat merk je vooral bij politiek correcte woorden. Na de Tweede Wereldoorlog gebruikten we bijvoorbeeld het woord "gastarbeiders". Later werd dat woord als negatief ervaren (alsof ze hier enkel zijn om te werken) en werd het vervangen door "nieuwkomers". Ook dat woord werd te negatief (legt te hard de nadruk op het feit dat ze nieuw zijn en er niet helemaal bij horen) en toen werd het "allochtoon". Het werd zelfs zo ingeschreven in het Vlaams Decreet Etnisch-culturele minderheden. En intussen werd het op vraag van verschillende organisaties vervangen door "nieuwe Vlaming". Blijkbaar deert het nu ineens niet dat men nieuw is. Wedden dat het binnenkort opnieuw wijzigt?

Zo gaat dat nu eenmaal met prikkeldraadwoorden. Wat vandaag prikkelt, kan morgen prikken.

Vervang de werk-werkwoorden

Er zijn werkwoorden en er zijn werk-werkwoorden. Werk-werkwoorden zijn woorden die de lezer het gevoel geven alsof ze iets moeten doen. Diep vanbinnen zijn we allemaal lui en houden we niet van zo'n woorden. In ontvangst "nemen" vinden we minder leuk dan "ontvangen". "Bestellen", "reserveren" en "afhalen" zijn allemaal woorden die je natuurlijk wel eens moet gebruiken, uiteindelijk wil je de klant tot actie aanzetten, maar dat hoeft echt niet in elke zin.

Schrap alle nietszeggende woorden

Als een lezer al een probleem heeft met woorden die nog maar doen denken aan moeite doen, kan je je wel voorstellen dat hek helemaal van de dam is als ze overbodige tekst lezen. Bladvulling en nietszeggende zinnen laat je achterwege. Je schrapt ze gewoon want ze doen meer kwaad dan goed. Wees concreet en staaf wat je zegt. Eigenlijk zijn alle woorden die niet exact meetbaar zijn nietszeggend. "Topklasse" (wat klasseren we en hoe?), "superieur" (waarmee vergelijken we?), "uniek" (op welk vlak?) en "snelle levering" (hoe snel?) zijn slechts enkele nietszeggende woorden die je maar beter schrapt. En kom nu niet vertellen dat dat net je "visitekaartje" is.

Superlatieven moet je verdienen

Je kan zeker zeggen dat je skateboard het beste, snelste, grootste en coolste is. Maar dat is enerzijds niet concreet en stinkt anderzijds wel heel hard naar de adem van een verkoper op een slechte dag. Als je superlatieven gebruikt, moet je ze staven. Wie zegt dat het skateboard het beste is? Tony Hawk? Een onafhankelijk onderzoek? Test Aankoop? En met wie of wat heb je je skateboard vergeleken. Als je superlatieven niet staaft, doen ze meer kwaad dan goed.

Wees niet zo zelfingenomen

Het is altijd leuk om over jezelf te spreken. Maar deze keer staat de lezer echt centraal. Let echt wel op met woorden als "ik", "wij", "ons" en "onze" en spreek liever de lezer aan. Jij houdt toch ook niet van iemand die de hele tijd over zichzelf loopt te spreken? Jezelf aanprijzen kan je net doen door aan te tonen dat je de lezer begrijpt. Daarvoor hoef je niet de hele tijd over jezelf te zwammen. Een goede regel is dat je voor 1/4de over jezelf spreekt en voor 3/4de over de lezer. In deze tekst lees je bijvoorbeeld 12 keer "we" of "wij" en 39 keer "je" of "jij". En zo is het goed.

Laat het over aan Textifant

Heb je een tekst geschreven en wil je die kritisch laten doorlichten? Nagaan of het echt wel past bij je doelgroep en of er niet aan te sleutelen valt? Laat het dan over aan Textifant.