Schrijf ik mijn teksten in spreek- of in schrijftaal?

24-08-2020

Advocaten, boekhouders en accountants hebben met elkaar gemeen dat ze vaak te veel schrijftaal in hun teksten verwerken. Advocaten zitten dan ook voortdurend te grasduinen in oude wetten en juridische bronnen waar ze niet kijken op een archaïsch woordje meer of minder, terwijl ze zich laten baseren op de sesquipedale beeldsprakerigheid van hun betogen, merk je al meteen hoe lastig deze zin leest. En laten we gerust zeggen dat de fiscus ook niet altijd even goed is in alles helder te brengen. Hoeft het dan te verbazen dat boekhouders en accountants in dezelfde kwalijke gewoonten vervallen? Toch is het geen goed idee om in je teksten schrijftaal te gebruiken.

Schrijf voor je doelpubliek

Met terminologie en vaktaal weet men dat je gestuurd hebt, maar wat brengt dat nou op? Ben je een wetenschapper die voor vakdeskundigen schrijft of ben je een ondernemer die voor de gewone man schrijft? Hou het eenvoudig, zorg dat Jan Modaal het begrijpt en je teksten werken al meteen veel beter. Enkel als je ook echt voor vakgenoten schrijft, kan je al eens vakterminologie gebruiken (maar lees zeker de laatste alinea even door). Anders leg je ze uit of, nog beter, laat je ze achterwege.

Moeilijke woorden getuigen van weinig vakbekwaamheid

"Ja, maar met moeilijke woorden straal ik toch vakbekwaamheid uit?", horen we wel vaker zeggen. Sorry dat we die ballon moeten doorprikken, maar dat is niet zo. Wie is de betere advocaat, degene die in moeilijke juridische termen spreekt waardoor een deel van de jury misschien afhaakt of een advocaat die alles helder uitlegt en de jury in de juiste richting helpt te bewegen. En wat is een goede boekhouder? Een waar je na een half uur vertrekt met meer vragen dan toen je binnenkwam? Mensen weten heus wel dat een advocaat niet zwakhoofdig is omdat hij even iets in mensentaal uitlegt.

Het is evenmin zo dat je slimmer overkomt wanneer je moeilijke termen gebruikt. Wie vakbekwaam is, is net in staat om de zaken helder en eenvoudig uit te leggen. Als jou dat niet lukt, moet je allicht opnieuw naar de schoolbanken. Of om het met de woorden van Ludwig Wittgenstein te zeggen: "Wat kan gezegd worden, kan duidelijk gezegd worden." (Tractatus Logico-Philosophicus)

Korter is beter

Bij teksten is het vaak zo dat woorden en zinnen die korter zijn, beter zijn. Sowieso hebben kortere zinnen en woorden het voordeel van de duidelijkheid, maar je moet ook rekening houden met het leesniveau van je doelpubliek.

De meeste Vlamingen, ongeveer 40%, hebben het leesniveau B1 en dat is wellicht ook de doelgroep waarop je focust. Deze mensen kunnen perfect teksten lezen met zinnen die gemiddeld 10 tot 15 woorden hebben. Ga je naar het leesniveau B2, goed voor zo'n 25% van de Vlamingen, dan mag een zin gemiddeld tot 20 woorden hebben.

Je snapt vast wel dat je het maar beter kort houdt? "Ten gevolge van" vervang je dus door "ook" en "door middel van" wordt met. Merk je wat er net gebeurde? Schrijftaal werd spreektaal. Dat leest beter. Schrijf zoals je aan de telefoon zou spreken en dan is je tekst al meteen beter.

Schrijf altijd voor mensen

Een interessante discussie is of je bovenstaande regels in een mailing naar vakexperts in de wind mag slaan. Zo'n collega-advocaat zit toch al voortdurend in akten te snuisteren en met zijn taalniveau zijn zinnen van gemiddeld 35 woorden geen probleem. Ook pruikerige synoniemen kan hij best wel smaken, toch?

Hier ligt het antwoord in het midden. Enerzijds is er echt geen probleem met het gebruik van vaktermen die bij je doelgroep perfect zijn ingeburgerd. Je hoeft dus echt niet uit te leggen wat exonereren is, dat weet die ervaren advocaat heus wel. Anderzijds blijkt dat een menselijke aanpak ook gewoon werkt.

Mark van Bogaert beschrijft in zijn boek Met woorden verleiden een voorbeeld van uitgeverij Kluwer Rechtswetenschappen. Daar werd een A/B-test uitgevoerd en wat bleek? De mailing in spreektaal, in de "vlotte jongens onder elkaar"-stijl, bleek gewoon beter te werken. Zo goed zelfs dat alle mailings werden aangepast.

Uiteindelijk zijn epidemiologen, fysici en advocaten, hoewel sommigen daar bij die laatsten al eens anders over denken, ook gewoon mensen. En mensen houden ervan als andere mensen tegen hen spreken. Een grijze akte begrijpen ze wel, maar een grijze akte spreekt hen niet aan. Een grijze akte lezen ze niet voor hun plezier. En als ze de keuze hadden was die grijze akte liever wat begrijpelijker geschreven. Waarom denk je dat advocaten geannoteerde wetboeken kopen waar moeilijke wetteksten in begrijpelijke woorden worden uitgelegd?

Ongevraagde communicatie doe je gewoon in spreektaal. En nee, spreektaal is geen jongerentaal. Let wel: spreektaal wil nog niet zeggen dat je niet in de u-vorm kan schrijven.